A SERVICE OF

logo

78
12
13
14
15
16
17
Internetbeheer
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
hoofdstuk
Auto – Er is voor de interne DHCP-server nog een optie en
wel “Auto” (Automatisch). “Auto” betekent dat de printserver
eerst zelfstandig DHCP-servers in het netwerk opzoekt en
detecteert. Als er in het netwerk een DHCP-server aanwezig
is, blijft de interne DHCP-server onbenut (uitgeschakeld) en
antwoordt hij niet op de DHCP-verzoeken die hij van cliënten
krijgt. Als er in het netwerk geen DHCP-server aanwezig is,
schakelt de printserver zijn eigen interne DHCP-server in om
IP-adressen aan cliënten toe te wijzen. Omdat een statisch
IP-adres voorrang heeft, wijst de interne DHCP-server ook
het eerste IP-adres aan de printserver toe maar alleen als
de optie van een statisch IP-adres op deze pagina niet is
geselecteerd. U moet het “Starting Address” (Startadres),
de “Range” (Reeks), het “Subnet Mask” (Subnetmasker),
“Gateway” en de “DNS” fields (DNS-velden) invullen waarna de
printserver aan elke DHCP-cliënt een uniek IP-adres toewijst.
Opmerking: Druk nadat u de printserver geconfigureerd
hebt op “Save Changes” (Wijzigingen opslaan) om de
instellingen op te slaan en de computer opnieuw te starten.
Hulpprogramma’s
Standaardinstellingen laden
Op deze pagina kunt u de standaardfabrieksinstellingen van de
printserver herstellen door alle vorige configuraties te wissen.
78