
124 Naslaggids
• Zorg dat alle contactdozen die worden gebruikt, in een stopcontact zijn gestoken en
zijn ingeschakeld.
• Controleer of er stroom uit het stopcontact komt door er een ander apparaat, zoals
een lamp, op aan te sluiten.
• Controleer of de hoofdvoedingskabel en de kabel van het frontpaneel goed op de
systeemkaart zijn aangesloten (zie "Systeemkaartcomponenten"
in de
Gebruikshandleiding
).
ALS HET AAN/UIT-LAMPJE ORANJE KNIPPERT — De computer krijgt stroom, maar
er is een probleem met de interne stroom.
• Ga na of de stroomselectieschakelaar zo is ingesteld dat deze overeenkomt met de
netstroom op uw locatie, indien van toepassing.
• Ga na of alle componenten en kabels correct zijn geïnstalleerd en aangesloten op de
systeemkaart (zie "Systeemkaartcomponenten"
in de Gebruikshandleiding
).
ALS HET AAN/UIT-LAMPJE ORANJE BRANDT — Mogelijk is er een apparaat dat niet
goed werkt of onjuist is geïnstalleerd.
• Verwijder de geheugenmodules en installeer ze opnieuw (zie "Geheugen"
in de
Gebruikshandleiding
).
• Verwijder alle uitbreidingskaarten, inclusief de grafische kaarten, en installeer ze
opnieuw (zie "Kaarten" in de
Gebruikshandleiding
).
HEF INTERFERENTIE OP — Een aantal oorzaken hiervan zijn:
• Stroom-, toetsenbord- en muisverlengkabels.
• Te veel apparaten aangesloten op dezelfde contactdoos.
• Meerdere contactdozen aangesloten op hetzelfde stopcontact.
Printerproblemen
WAARSCHUWING: Voordat u begint met de procedures in dit gedeelte, moet
u de veiligheidsinstructies in de
Productinformatiegids
volgen.
OPMERKING: Als u technische ondersteuning voor uw printer nodig hebt, moet
u contact opnemen met de printerfabrikant.
R
AADPLEEG DE DOCUMENTATIE BIJ DE PRINTER — Raadpleeg de documentatie bij
de printer voor installatie- en probleemoplossingsinformatie.
C
ONTROLEER OF DE PRINTER IS INGESCHAKELD
CONTROLEER DE PRINTERKABELAANSLUITINGEN —
• Raadpleeg de documentatie bij de printer voor informatie over kabelaansluitingen.
• Controleer of de printerkabels goed zijn aangesloten op de printer en de computer.