Nokia 9357261 Cell Phone User Manual


 
128
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Beveiliging
Opmerking: de vooraf ingestelde standaardvergrendelcode 12345 is
beschikbaar in het verkooppakket van de communicator. Met het oog
op de veiligheid is het van groot belang dat u deze vergrendelcode
wijzigt. U kunt de code wijzigen in het menu Security options
(Beveiligingsinstellingen) van de telefoon (zie Settings (Instellingen,
menu 4) op pagina 165), of via de interface van de communicator (zie
De beveiligingsinstellingen wijzigen op pagina 129). Houd de nieuwe
code geheim en bewaar deze op een veilige plaats, apart van de
communicator.
De communicator automatisch vergrendelen
1 Druk op Settings (Instellingen) in het beginvenster van de Security-
toepassing.
2 Selecteer Autolock period (Periode automatische vergrendeling) en druk op
Change (Wijzigen).
3 Toets uw vergrendelcode in en geef een periode voor de automatische
vergrendeling op. Als de communicator gedurende de opgegeven periode
inactief blijft, wordt deze automatisch vergrendeld.
De communicator handmatig vergrendelen
1 Druk op Lock system (Vergrendelsysteem) in het beginvenster van de
Security-toepassing.
2 Als de optie Autolock period (Periode automatische vergrendeling) is
ingeschakeld, wordt het apparaat direct vergrendeld. Is de optie Autolock
period uitgeschakeld, dan moet u de vergrendelcode intoetsen voordat het
apparaat wordt vergrendeld.
Nadat de communicator is vergrendeld, moet u de juiste vergrendelcode
opgeven om het apparaat weer te kunnen gebruiken. Inkomende gesprekken
kunnen echter via de telefoon worden beantwoord en faxen en korte
berichten worden gewoon ontvangen.
De communicator ontgrendelen
1 Typ uw vergrendelcode in het invoerveld.
2 Druk op OK.
Opmerking: als de communicator is
vergrendeld, is het mogelijk dat u via de
telefooninterface wel het
voorgeprogrammeerde alarmnummer
kunt kiezen (112 of een ander nummer).