Nokia 9357261 Cell Phone User Manual


 
172
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
3. De communicator wordt niet geactiveerd of de toepassingen
reageren niet meer
Sluit de klep en open deze weer. Als dit niet helpt, sluit u de klep en verwijdert u
de batterij. Plaats de batterij opnieuw en open de klep. Wacht terwijl de
communicator een zelftest uitvoert en wordt gestart.
Probeer de communicator op te laden.
Zie ook probleem 4.
4. Interne geheugen- of systeemfouten
Soms kunnen er problemen optreden met het bestandssysteem van de
communicator, bijvoorbeeld omdat de batterij wordt verwijderd terwijl de
communicator actief is. Als er een foutbericht met betrekking tot het interne
geheugen of het systeem wordt weergegeven, of het apparaat niet op de
normale manier op opdrachten reageert, lost u het merendeel van deze
problemen op door de communicator opnieuw in te stellen. Voer daarbij de
handelingen uit in de volgorde waarin zij worden genoemd: als controleren
van het bestandssysteem niet helpt, probeert u tijdelijke bestanden te
verwijderen of het bestandssysteem te formatteren.
De communicator opnieuw instellen
1 Sluit de klep.
2 Verwijder de batterij.
3 Verwijder de geheugenkaart, indien aanwezig.
4 Plaats het connectoruiteinde van de batterij in de batterijopening, maar
druk het andere uiteinde nog niet op zijn plaats. Zorg ervoor dat de batterij
niet wegglijdt. Het connectoruiteinde is het uiteinde met de vier metalen
strips.
5 Open de klep.
6 Houd de vereiste toetsencombinatie ingedrukt (zie verderop) en druk
tegelijkertijd het uiteinde van de communicator waar de batterij zich
bevindt omlaag, zodat de batterij vastklikt. Houd de toetsen ingedrukt
totdat er voortgangsberichten of een bevestigingsbericht op het scherm
verschijnen.
7 In sommige gevallen moet u de handeling bevestigen door op een
opdrachttoets te drukken.
Na het opnieuw instellen wordt de communicator opnieuw gestart en kunt u
deze weer gewoon gebruiken.
Het bestandssysteem controleren
Symptomen: in de toepassing Memory (Geheugen) in het beginvenster van
System wordt te veel geheugen (meer dan 2 megabytes) of te weinig
geheugen aangegeven (zelfs als u net enkele documenten hebt verwijderd), of
de toepassingen van de communicatorinterface lopen vast als u een
document probeert te openen.