186
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
HTML (Hypertext Markup Language)
Een taal waarmee het uiterlijk en de inhoud van WWW-
documenten wordt gedefinieerd.
HTTP (Hypertext Transfer Protocol)
Een protocol voor de overdracht van documenten dat op het WWW
wordt gebruikt.
Hyperlink
Met behulp van hyperlinks kunt u van de ene webpagina naar een
andere webpagina gaan.
I IMAP4 (Internet Mail Access Protocol, versie 4)
Een protocol voor het benaderen van uw externe postbus.
Internet-toegangspunt (IAP, Internet Access Point)
Het punt waar de communicator verbinding maakt met Internet
door middel van een dataoproep. Een Internet-toegangspunt kan
bijvoorbeeld worden geleverd door een commerciële Internet-
aanbieder of door het bedrijf waar u werkt.
IP-adres (Internet Protocol)
Alle computers en andere apparatuur die op het Internet zijn
aangesloten en het Internet Protocol gebruiken, beschikken over
eigen adressen. De adressen bestaan uit vier groepen getallen die
door een punt van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld
131.227.21.167.
M MCN-technologie (Micro-Cellular Network)
Microcellen worden gebruikt voor het vergroten van de capaciteit
van cellulaire netwerken in stedelijke gebieden.
MIME (Multipurpose Internet Mail Extensions)
Een standaardindeling voor Internet-berichten waarbij meerdere
objecten in een enkel bericht kunnen worden opgenomen. De
objecten in het bericht kunnen bijvoorbeeld opgemaakte tekst met
meerdere lettertypen en andere objecten zoals afbeeldingen en
geluidsfragmenten zijn.
P Pincode (Personal Identity Number)
De pincode beveiligt uw telefoon tegen ongeoorloofd gebruik. Deze
code wordt bij de SIM-kaart geleverd. Als er is ingesteld dat er
steeds een pincode moet worden opgegeven, moet u steeds deze
code invoeren als u de telefooninterface inschakelt. De pincode is
een getal van 4 tot 8 cijfers lang.