169
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Change access codes (Toegangscodes wijzigen, menu 4-3-6)
In dit submenu kunt u de volgende toegangscodes wijzigen: PIN code
(Pincode), PIN2 code (PIN2-code) en Barring password (Sperwachtwoord).
Zie ”Beveiliging” op pagina 128.
De toegangscodes mogen alleen de cijfers 0 tot en met 9 bevatten.
System lock (Systeemvergrendeling, menu 4-3-7)
Druk op Select (Kiezen) en voer de vergrendelcode in om de communicator
te vergrendelen. De communicator wordt direct vergrendeld. Zelfs als u de
batterij verwijdert en terugplaatst en de telefooninterface inschakelt, blijft
de communicator vergrendeld.
U ontgrendelt de communicator door op Unlock (Ontgrendelen) te
drukken en de vergrendelcode in te voeren.
Restore factory settings (Fabrieksinstellingen, menu 4-4)
U kunt de instellingen van de menufuncties terugzetten op de oorspronkelijke
waarden. Wanneer u deze functie activeert, wordt gevraagd om de
beveiligingscode van vijf cijfers. Deze functie heeft geen invloed op
opgeslagen telefoonnummers en namen, toegangscodes, het geluidsniveau
van de hoofdtelefoon, gespreksduurtimers, kostentellers, geselecteerde
toepassingstonen of korte berichten.
Call divert (Doorschakelen, menu 5)
Met deze netwerkdienst kunt u inkomende oproepen naar een ander
telefoonnummer doorsturen als u niet wilt worden gestoord, de
telefooninterface is uitgeschakeld of u zich buiten het netwerkgebied bevindt.
De doorschakelfuncties worden gedetailleerd beschreven in ”Instellingen van
de toepassing Telephone” op pagina 60.
1 Blader naar een van de volgende doorschakelopties en druk op Select (Kiezen):
Divert all voice calls (Alle spraakoproepen doorschakelen)
Divert when busy (Doorschakelen indien bezet)
Divert when not answered (Doorschakelen indien niet opgenomen)
Divert if not reachable (Doorschakelen bij uitgeschakelde telefoon of geen
dekking)
Divert all fax calls (Alle faxoproepen doorschakelen)
Divert all data calls (Alle dataoproepen doorschakelen)
Cancel all diverts (Elke doorschakeling annuleren)
2 Ga naar Activate (Activeren). U wordt gevraagd het telefoonnummer op te
geven waarnaar u de inkomende oproepen wilt doorschakelen.
Met de optie Cancel (Annuleren) schakelt u de doorschakelstand uit. Met
Status kunt weergeven welk type oproepen wordt doorgeschakeld.