156
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
2 Toets de naam of een of meer beginletters van de naam in van de persoon
die u wilt bellen.
3 Druk op OK. De naam die het meest overeenkomt met de opgegeven naam,
wordt weergegeven.
4 Als de gevonden naam niet de gewenste naam is, bladert u met de toets
of door de namen totdat u de juiste naam hebt gevonden.
5 U belt de persoon door op te drukken. Als de persoon meerdere
telefoonnummers heeft, gaat u met het selectiekader naar het gewenste
telefoonnummer en drukt u op .
Telefoonnummer weergeven dat bij de naam is opgeslagen
1 Als de gewenste naam wordt weergegeven, drukt u op Detail waarna het
telefoonnummer wordt weergegeven. Als de persoon meerdere
telefoonnummers heeft, bladert u met of door de nummers totdat u
het gewenste nummer hebt gevonden.
2 U belt het nummer door op te drukken.
Snelkiezen
Met de snelkiestoetsen kunt u snel en makkelijk veelgebruikte
telefoonnummers kiezen. U kunt maximaal acht snelkiesnummers opgeven.
Zie ”Relatiekaarten maken” op pagina 45 voor informatie over het instellen
van snelkiesnummers.
1 Toets het nummer in van de snelkiespositie waarop het telefoonnummer is
opgeslagen.
2 Druk op . Het nummer wordt opgehaald uit het geheugen, kort
weergegeven op het scherm en gekozen.
Snelkiezen is niet mogelijk tijdens een telefoongesprek.
Het laatste nummer opnieuw bellen
De communicator slaat de telefoonnummers op die u hebt gebeld.
1 Als er tekens op het scherm staan, wist u deze door op te drukken.
2 Druk op . Het laatst gekozen nummer verschijnt op het scherm.
3 U kunt met of door de nummers bladeren totdat het gewenste
nummer wordt weergegeven.
Opmerking: nummer 1 is de snelkieslocatie
van uw voicemailbox. U belt uw voicemailbox
door op 1 en vervolgens op te drukken,
of door op 1 te drukken en ingedrukt te
houden.