Nokia 9357261 Cell Phone User Manual


 
154
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
4 U beëindigt een telefoongesprek door op te drukken.
Een gesprek aannemen
1 Wanneer u wordt opgebeld, hoort u de beltoon en knippert de tekst Call op
het scherm. Als u een stil profiel in menu 3 hebt geselecteerd, knipperen
alleen de lampjes op het toetsenbord en het scherm.
Wordt de beller herkend, dan worden de naam of het telefoonnummer van
de beller en de tekst Calling (Belt) weergegeven.
2 U neemt op door op te drukken. U kunt zelfs een gesprek
beantwoorden terwijl u de zoek- of menufuncties gebruikt.
Wanneer u niet wilt opnemen, drukt u gewoon op . De beller hoort de
beltoon dan overgaan in de bezettoon.
3 U beëindigt een telefoongesprek door op te drukken.
Gesprekken beheren
Tijdens een gesprek kunt u een aantal functies gebruiken. U opent de functies
door op Options (Opties) te drukken, de functie te selecteren en op Select
(Kiezen) te drukken.
Menu - Hiermee krijgt u toegang tot het menu.
Answer (Opnemen) - Hiermee beantwoordt u een binnenkomend gesprek.
Reject (Weigeren) - Hiermee kunt u een binnenkomend gesprek weigeren.
Record (Opnemen) Hiermee kunt u uw gesprek opnemen. Zie Recorder
(Menu 6) op pagina 170.
Hold / Unhold (Stand-by/Uit stand-by) Met Hold (Stand-by) zet u een actief
gesprek stand-by, zodat u een ander gesprek kunt voeren. Als dat gesprek is
beëindigd, kunt u het eerste gesprek weer actief maken door Unhold (Uit
stand-by) te selecteren. Is het gesprek dat stand-by staat, het enige gesprek,
dan kunt u ook op drukken.
Swap (Wisselen) - Met deze functie maakt u van het gesprek in de wachtstand
het actieve gesprek en plaatst u het huidige actieve gesprek in de wachtstand.
Op deze manier kunt u wisselen tussen twee gesprekken.
New call (Nieuw gesprek) Hiermee zet u het telefoongesprek stand-by en
draait u een nieuw telefoonnummer.
Send DTMF (DTMF zenden) Hiermee verzendt u DTMF-signalen. Zie DTMF-
signalen verzenden op pagina 157.
Opmerking: de microfoon en
het oorstuk bevinden zich aan de
achterzijde van het apparaat.