145
©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
Tijdens het samenstellen van een signaal zijn de volgende opdrachten
beschikbaar:
Met Duration (Duur) wijzigt u de lengte van de geselecteerde noot. Kies
zestiende noot, achtste noot, kwartnoot, halve noot of hele noot. Druk op de
opdrachttoets totdat de gewenste waarde wordt weergegeven.
Met Tempo opent u een lijst met nieuwe opdrachten. Tempo wordt gemeten
in slagen per minuut. U wijzigt het tempo door de oude waarde met de
Backspace te verwijderen en een nieuwe waarde in het invoerveld te typen.
U accepteert het tempo door op OK te drukken.
U kunt het tempo testen door op Test te drukken. Het belsignaal wordt
afgespeeld in het tempo dat in het invoerveld staat.
U gebruikt het standaardtempo (160 slagen/minuut) door op Default
(Standaard) te drukken.
Met Play speelt u de compositie af die op de notenbalk staat.
U verwijdert een compositie door op de toets Menu te drukken en vervolgens
Delete (Verwijderen) te selecteren.
U herstelt het oorspronkelijke signaal door op de toets Menu te drukken en
Undo changes (Wijzigingen ongedaan maken) te selecteren.
Met Close (Sluiten) keert u terug naar het beginvenster van Composer.
Sneltoetsen gebruiken
Bij het bewerken kunt u de volgende sneltoetsen gebruiken:
Figuur 4
Teken Functie
Enter Het belsignaal weergeven
Dubbele punt (:) Staccato
Streepje (-) Een rust invoegen
Spatiebalk Een lege kolom links van de cursor invoegen
Backspace De geselecteerde kolom verwijderen die een noot of rust bevat
Punt (.) De duur van de noot of rust met een halve noot verlengen