Nokia 9357201 Cell Phone User Manual


 
Internet
113
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
weergegeven. Als de optie wordt ingesteld op Off (Uit), worden ze op de
externe hostcomputer weergegeven.
Modem initialisation (Modeminitialisatie) — U kunt hier elke modeminitiali-
satiereeks invoeren die AT-opdrachten bevat. Deze initialisatiereeks wordt
uitgevoerd na de initialisatiereeks die u hebt opgegeven in de Internet-instel-
lingen (in het venster Modem initialisation: Custom (Modeminitialisatie:
Aangepaste)).
Backspace key: (Backspace-toets) BS/DEL — Hiermee geeft u aan of de
backspace-toets van het toetsenbord als Backspace-toets (BS) of als Delete-
toets (DEL) wordt gebruikt.
Line end (Regeleinde) — Hiermee bepaalt u welk teken wordt gegenereerd met
de toets Enter in de terminalsessie. De mogelijkheden zijn: Linefeed (LF) (Extra
regel), Carriage return (CR) (Regeleinde) en Carriage return - Linefeed (CR/LF)
(Regeleinde - Extra regel).
Terminal-verbinding
Als u verbinding hebt gemaakt met het externe systeem, komen de volgende
opdrachten beschikbaar:
Druk op Keys (Toetsen) om de speciale VT100-toetsen te emuleren. Deze
toetsen zijn niet beschikbaar op het toetsenbord van de communicator. De
speciale toetsen zijn:
Vier functietoetsen: PF1-4. De specifieke functie van deze toetsen is
afhankelijk van de service of het programma waarmee u verbinding hebt.
Alle toetsen van de toetsenborden van VT100-toepassingen (getallen 1 tot
en met 9, minteken, komma, punt, streepje, Enter).
De volgende VT100-functies: reset terminal, Ctrl-\, Ctrl-], Ctrl-~, Ctrl-?.
Als u op Insert (Invoegen) drukt, wordt het geselecteerde speciale teken links
van de cursor ingevoegd.
Met de pijltoetsen kunt u door het venster bladeren. Bladeren heeft geen
effect op de positie van de cursor. Als u op een toets op het toetsenbord drukt,
keert het venster terug naar de cursorpositie.
Druk op Hang up (Ophangen) om de verbinding met de host te verbreken, de
dataoproep te beëindigen en terug te keren naar het beginvenster van de
toepassing Terminal.
Tekstoverbrengen
Met de functie voor tekstoverdracht kunt u teksten ophalen of verzenden
tussen de hostcomputer en de communicator. Met deze functie kunt u
bijvoorbeeld e-mailberichten die u hebt geschreven in keer verzenden naar de
mainframecomputer van uw bedrijf. U kunt ook ontvangen e-mail kopiëren en
deze later lezen als de verbinding is verbroken.