Software voor computerverbinding
42
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Intellisync
Met de functie Intellisync kunt u gegevens op uw communicator en een pc
met elkaar synchroniseren.
1 Sluit de communicator aan op de PC.
2 Start PC Suite op de pc en klik op het pictogram Intellisync op het
hoofdscherm.
3 Het tabblad Local (d.w.z. de pc) is automatisch geselecteerd. Klik op de
toets Settings (Instellingen).
4 Het dialoogvenster Configuration (Configuratie) verschijnt met de toe-
passingen Calendar (Agenda), Contacts (Relaties) en To-do (Uit te voeren
taken) voor uw communicator.
5 Klik op de communicatortoepassing die u wilt instellen.
6 Klik op de toets Choose (Kiezen). Het dialoogvenster Choose Translator
verschijnt. Dit venster bevat alle pc-toepassingen die compatibel zijn met
de door u gekozen communicatortoepassing.
7 Klik op OK in het venster Choose Translator. U komt terug in het venster
Configuration. De door u gekozen pc-toepassing verschijnt naast de naam
van de communicatortoepassing.
Opmerking: het is mogelijk dat u een dialoogvenster ziet
met de tabbladen Format (Indeling) en File (Bestand).
Selecteer in het tabblad Format de adresindeling die u
gebruikt voor adressen in uw communicator. Indeling
nummer 5 wordt aanbevolen. Geef op het tabblad File
aan of u de relaties wilt synchroniseren met het
hoofdgeheugen van de communicator of met de
geheugenkaart. Klik daarna op OK om het dialoogvenster
te sluiten.
Opmerking: als u in het dialoogvenster Choose
Translator voor de eerste keer Microsoft
Outlook selecteert, kunt u met de knop Browse
(Bladeren) aangeven waar de te synchroniseren
gegevens zich in de Outlook-map bevinden.