Nokia 9357201 Cell Phone User Manual


 
Systeem
135
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
12. Systeem
System bevat de volgende toepassingen: Security (Beveiliging), User data
(Gebruikersgegevens), Memory (Geheugen), Infrared activation
(Infraroodverbinding activeren), Digital camera connectivity (Connectiviteit
digitale camera), Remote synchronisation (Externe synchronisatie), Fax
modem (Faxmodem), Data removal (Gegevens verwijderen), Memory card tool
(Geheugenkaart), Install/Remove software (Software installeren en
verwijderen), Backup/Restore (Reservekopieën maken en terugzetten) en
About this product (Over dit product).
Een System-toepassing starten
1 Druk op de toepassingstoets System.
2 Ga naar de toepassingen en druk op Select (Kiezen).
Als een System-toepassing actief is, moet u deze sluiten door op Close
(Sluiten) in het beginvenster van de toepassing te drukken voordat u een
andere toepassing kunt starten.
Systeeminstellingen
Systeeminstellingen wijzigen
1 Druk op Settings (Instellingen) in het beginvenster van System.
2 Selecteer de instelling die u wilt wijzigen.
3 Druk op Change (Wijzigen).
De systeeminstellingen zijn de volgende permanente instellingen:
System sounds (Systeemgeluiden) — Deze functie omvat alle geluiden van de
communicator. De beschikbare instellingen zijn:
Default ringing tone (Standaardbeltoon) — U kunt een van de tonen in het
vak kiezen of met de toepassing Composer een speciale beltoon voor de
telefoon maken. Zie ”De composer” op pagina 152. U kunt eveneens de
geluiden die u met de digitale stemrecorder hebt opgenomen, als beltonen
gebruiken. Zie ”Spraakrecorder” op pagina 154. Als een toon of geluid
Opmerking: als een toepassing voor pc-aansluiting
of de faxmodemtoepassing actief is, verbruikt de
communicator meer stroom dan normaal. Sluit deze
toepassingen als u ze niet gebruikt om de
gebruiksduur van de batterij te verlengen.