Telefoon
69
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Car (Auto) — Het autoprofiel wordt automatisch ingesteld wanneer de
communicator wordt verbonden met een autoset.
Headset (Hoofdtelefoon) — Het hoofdtelefoonprofiel wordt automatisch
ingeschakeld als er een hoofdtelefoon wordt aangesloten op de
communicator.
Druk op Rename (Naam wijzigen) om de namen van profielen te wijzigen.
Druk op Edit wanneer u de volgende eigenschappen van een profiel wilt
wijzigen:
All alert tones (Alle oproepsignalen) — Hiermee stelt u het signaal voor
inkomende oproepen en alle andere signalen in op:
Ringing (Beltoon) — Het normale oproepsignaal wordt gebruikt.
Ascending (Steeds harder) — Het normale oproepsignaal wordt gebruikt,
maar het geluid wordt geleidelijk harder.
Ring once (Eenmaal overgaan) — Het oproepsignaal klinkt slechts eenmaal.
Beep once (Pieptoon) — U hoort bij het binnenkomen van een oproep of
bericht een enkele pieptoon.
Caller groups (Bellergroepen) — U hoort alleen oproepsignalen als u een
oproep ontvangt van een beller uit de geselecteerde bellergroep. Zie
hieronder.
Silent (Geen geluidssignalen) — Alle geluiden zijn uitgeschakeld, met
uitzondering van het wekkersignaal.
Ongeacht de gekozen instelling, ontvangt u altijd bericht van een inkomende
oproep.
Ringing volume (Belvolume) — Hiermee kunt u het volume van de beltoon
instellen: 1 is het laagst, 5 is het hoogst.
Ringing tone (Soort beltoon) — Bepaalt de beltoon. Raadpleeg ”De composer”
op pagina 152 als u uw eigen beltoon wilt samenstellen en ”Spraakrecorder”
op pagina 154 als u een beltoon wilt opnemen met de Digital voice recorder.
Communicator key click (Geluid van communicatortoetsen) — Hiermee kunt u
het geluid van het toetsenbord van de communicator instellen op Off (Uit),
Type 1 of Type 2.
Phone key click (Geluid van telefoontoetsen) — Hiermee kunt u het geluid van
het toetsenblok van de telefoon instellen: 1 is het laagst, 3 het hoogst en met
Off zet u het geluid van het toetsenblok uit.
Divert all voice calls (Alle spraakoproepen doorschakelen) — Hiermee kunt u
alle inkomende spraakoproepen doorschakelen naar een ander
telefoonnummer. Met de optie Default diverts (Standaardinstellingen) zorgt u
ervoor dat de doorschakelingsopties worden gebruikt die zijn opgegeven in de
Netwerkinstellingen. Zie verderop voor meer informatie.
Phone lights (Verlichting telefoon) — De verlichting van het scherm en het
toetsenblok van de telefooninterface staat constant aan of blijft aan
gedurende een opgegeven periode. Alleen beschikbaar in het autoprofiel.