Systeem
146
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Reservekopieën worden in sets gemaakt die in aparte directory’s op de pc
worden opgeslagen.
Voordat u deze toepassing kunt gebruiken, moet u het programma Nokia
Communicator Server op de pc starten en een verbinding tussen de
communicator en de pc tot stand brengen. Zie ”Het gebruik van de Nokia
Communicator Server” op pagina 47.
Selecteer van welke gegevens u een reservekopie wilt maken: All data (Alle
gegevens), Documents (Documenten), Contacts (Relaties) of Calendar
(Agenda). Druk vervolgens op Backup (Reservekopie). Indien nodig wordt er
een reservekopiedirectory gemaakt.
Het terugzetten van gegevens wordt op dezelfde manier uitgevoerd als het
maken van reservekopieën. Alleen moet u nu op Restore (Terugzetten)
drukken in plaats van op Backup. Wanneer gegevens worden teruggezet,
worden bestanden met dezelfde naam in de doelmap overschreven.
Zie ”Gegevens overzetten vanuit oudere communicatormodellen” op pagina
38 voor het maken van reservekopieën van gegevens en het terugzetten van
gegevens tussen een Nokia 9000 Communicator of een Nokia 9100i
Communicator en een Nokia 9110 Communicator.
Geheugenkaart
De toepassing Memory card tool kan alleen worden gestart als er een
geheugenkaart in de communicator aanwezig is.
Met deze toepassing kunt u de geheugenkaart formatteren en hernoemen, en
de status van de bestanden controleren.
Over dit product
In het venster About this product wordt informatie weergegeven over de
Nokia 9110 Communicator.
Opmerking: als u een reservekopie maakt of terugzet,
kunt u de andere toepassingen van de communicator
niet gebruiken. Als u de bewerking wilt onderbreken om
bijvoorbeeld een alarmnummer te bellen, drukt u eerst
op Cancel en vervolgens op Interrupt ter bevestiging.
Tip: als u op reis bent, kunt u op een
geheugenkaart reservekopieën van
belangrijke documenten maken.