Voorbereiding
23
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Gespreksstatus
– U voert een telefoongesprek en de handenvrije luidspreker en
microfoon staan aan. Zie ”Stand Handenvrij” op pagina 64.
– Een telefoongesprek waarbij de stand Handenvrij is
uitgeschakeld. De luidspreker en de microfoon zijn tijdelijk
uitgezet.
– Een open dataverbinding. Zie hoofdstuk 9 "Internet" op pagina 89.
– De communicator ontvangt of verzendt een fax. Zie hoofdstuk 7
"Fax" op pagina 75.
– De communicator probeert een infraroodverbinding tot stand te
brengen. Zie hoofdstuk 4 "Software voor computerverbinding"
op pagina 39.
– Er is een infraroodverbinding tot stand gebracht.
– De infraroodverbinding wordt belemmerd.
– De communicator is op een pc aangesloten. Zie hoofdstuk 4
"Software voor computerverbinding" op pagina 39.
– De communicator wordt als een faxmodem gebruikt. Zie
”Faxmodem” op pagina 143.
– De communicator bevindt zich in een speciale werkstand, in dit
geval het profiel voor vergaderingen. Zie ”Instellingen van de
toepassing Telephone” op pagina 68.
– De tijd kan worden aangepast in de toepassing Clock. Zie ”De klok”
op pagina 149.
IN/UIT
– De indicator IN geeft aan dat u een fax, SMS-bericht of mail hebt
ontvangen.
– Het UIT-vak voor documenten bevat berichten die niet zijn
verzonden. Zie ”Communicatorfuncties” op pagina 31.
Toepassingspictogram
Toepassingsnaam
Gespreksstatus
IN/UIT
Batterijcapaciteit en signaalsterkte