Fax
77
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
de informatie ingevuld die is opgegeven in de User data (Gebruikersgegevens)
van de System-toepassing. Zie ”Gebruikersgegevens” op pagina 140.
Als u de faxverzendopties wilt aanpassen, drukt u op Send options
(Verzendopties). Dit zijn de verzendopties: Cover page (Voorblad), Send
resolution (Verzendresolutie), Logo file (Logobestand), Signature file
(Handtekeningbestand), Begin sending (Beginnen met verzenden), Resend
(Opnieuw verzenden) en ECM. Zie ”Fax-instellingen” op pagina 79. U kunt een
optie wijzigen door deze te selecteren en op Change (Wijzigen) te drukken.
Als u de fax wilt verzenden, drukt u op Send (Verzenden). De fax wordt
overgebracht naar het UIT-vak voor documenten van waaruit de fax zo snel
mogelijk wordt verzonden.
Faxen ontvangen
Faxen worden automatisch ontvangen, mits deze service beschikbaar is, de
telefooninterface is ingeschakeld en zich in een cellulair netwerkgebied bevindt.
Alle ontvangen faxen gaan naar de map Received faxes (Ontvangen faxen).
Als u de fax niet wilt ontvangen, sluit u de klep en drukt u op .
Als een nieuwe fax is ontvangen, hoort u een geluidssignaal (tenzij het systeem
op de stille stand is ingesteld) en verschijnt er een bericht op het scherm.
Een ontvangen fax lezen
U kunt een ontvangen fax op twee manieren weergeven:
1 Als u een bericht krijgt dat u een fax hebt ontvangen, drukt u op View
(Bekijken). Of,
2 Als u de fax later wilt lezen, drukt u op Cancel (Annuleren). U kunt dan de
map Received faxes (Ontvangen faxen) openen, waar ongelezen faxen
worden aangeduid met . Selecteer de fax en druk op Open (Openen). De
faxviewer wordt geopend.
Figuur 2
Opmerking: als het verzenden
mislukt, moet u alle
belangrijke faxen opslaan.