Agenda
132
1999 Nokia Mobile Phones. All Rights Reserved.
Signalen
Een signaal instellen voor het momenteel geselecteerde agendapunt
1 Druk in het dagoverzicht op Details.
2 Selecteer de optie Alarm (Signaal) en druk op Change (Wijzigen).
3 Selecteer een van de signaalopties:
None (Geen) — Er wordt geen signaal aan het agendapunt gekoppeld.
At start time (Bij begintijd) — Het signaal klinkt bij de begintijd.
... minutes before event (... minuten vóór agendapunt) — Het signaal klinkt
op het moment dat is opgegeven bij de Calendar-instellingen, tenzij u hier
iets anders opgeeft.
U kunt de signaaltoon kiezen in de System sounds-instellingen
(Systeemgeluiden) van de toepassing System.
Een actief signaal wordt aangegeven door een pictogram in het dagoverzicht
(in figuur 3, het agendapunt van 11:00 uur). Wanneer het signaal afgaat,
verschijnt op beide interfaceschermen een signaalnotitie.
U schakelt het signaalgeluid uit door op een willekeurige toets te drukken. Als
u de communicator hebt ingesteld op de stilfunctie (in de Telephone-
instellingen van de toepassing System), wordt alleen de signaalnotitie
weergegeven.
Takenlijst
De takenlijst is een lijst met taken die niet vóór een bepaalde tijd of dag
moeten worden uitgevoerd. De gegevens in de takenlijst zijn genummerd en
kunnen elk een bepaalde status krijgen. Gegevens met een hoge prioriteit
worden altijd boven in de lijst weergegeven (zie figuur 5).
Toegang krijgen tot de takenlijst
1 Druk op de opdrachttoets To-do list (Takenlijst) in het maandoverzicht of
in het weekoverzicht. Of,
Tip: als u signalen wilt instellen die niet
aan een agendapunt zijn gekoppeld,
gebruikt u de toepassing Clock (Klok)
(zie ”De klok” op pagina 149).
Tip: als een agendasignaal heeft
geklonken, kunt u de inhoud van het
bericht naar de takenlijst verplaatsen
door op Move to To-do list (Naar
takenlijst verplaatsen) te drukken.